Helaas zien we het nog regelmatig in het nieuws: paniek, ontstaan tijdens een brand in een verzorgingstehuis, doordat de BHV’ers ter plaatse te weinig geoefend hebben en niet goed weten hoe ze het gebouw moeten ontruimen. Het trieste gevolg? Vaak meerdere doden en gewonden...
Veel eigenaren en beheerders van gebouwen denken dat de brandweer, adviseur of installateur verantwoordelijk is voor de brandveiligheid van hun gebouw. Dit is echter een misvatting. Want als eigenaar ben je zelf verantwoordelijk voor het waarborgen van de brandveiligheid van je personeel en het gebouw. Maar wat zijn de regels en hoe pak je brandpreventie het best aan? In deze blog leggen we uit wat je als gebouweigenaar over brandveiligheid moet weten en geven we vijf tips voor brandpreventie.
Laten we eerst eens kijken wat het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over dit onderwerp zegt:
‘Een brand kan onherroepelijke gevolgen hebben voor de veiligheid en gezondheid van mensen die in het gebouw werken, de buurtbewoners en zelfs voor de mensen in de verre omtrek van het gebouw. bijvoorbeeld als er sprake is van vrijgekomen giftige stoffen. Daarom hanteren de landelijke en de gemeentelijke overheid strenge voorschriften voor het ontwerp, de inrichting en de bouw van een bedrijfspand. Mensen die in een brandgevaarlijke omgeving werken moeten alle risico’s en regels voor veilig werken kennen.’
In deze tekst lijkt men ervan uit te gaan dat je als facilitair manager of eigenaar van een gebouw de regels op het gebied van brandveiligheid kent. Toch weet lang niet iedereen precies wat deze regels inhouden. Of waar je ze kunt vinden. Hieronder vind je de belangrijkste.
Eisen en voorschriften die gelden voor de constructie en het gebruik van een gebouw zijn vastgelegd in het Bouwbesluit, dit besluit verwijst weer naar geldende normen. Daarnaast kan ook de gemeente waarin het gebouw staat, aanvullende voorwaarden stellen. Voor speciale gebouwen – zoals verpleeghuizen, kinderdagverblijven en horecagelegenheden – is bovendien een gebruiksvergunning vereist. De gebruiksvergunning geeft aan of is voldaan aan alle voorschriften op het gebied van onder meer brandveiligheid.
Als er brand uitbreekt in je gebouw, dan moet je een beroep kunnen doen op deskundige bedrijfshulpverleners. Deze zogeheten BHV’er is opgeleid om in geval van nood hulp te bieden. Zo weet een BHV’er hoe hij of zij mensen veilig uit een brandend gebouw krijgt en hoe eerste hulp te verlenen. Een BHV’er kan ook mensen reanimeren en verbanden aanleggen. Als facilitair manager of eigenaar van een gebouw ben je dus verantwoordelijk voor het aanstellen en zo nodig laten opleiden van een BHV’er.
Geldt er ergens een rookverbod? Dan is het van belang om dit streng te handhaven. Anders kan het verbod met de tijd ‘verwateren’. Maak speciale veiligheidsafspraken op plekken waar gewerkt wordt met hoge temperaturen of waarbij vonken kunnen vrijkomen, zoals bij lassen en slijpen. Zet tijdelijk de automatische brandmelder uit en hou blusmiddelen bij de hand, is hier het advies.
Meedenken over brandpreventie vergroot de betrokkenheid bij veilig werken. Als iedereen op de werkvloer weet waarom de voorschriften zo belangrijk zijn, is de bereidheid om je eraan te houden het grootst. Uiteindelijk valt of staat het succes van brandpreventiebeleid met de bewustwording van mensen. Laat je medewerkers dus meedenken over hoe zij hun werkplek zo veilig mogelijk kunnen inrichten.